Een belangrijke inspiratiebron waren de regelmatige bezoeken van hun thee-inkopers aan de leveranciers in India, waar ze meestal enkele dagen verblijven op de plantages bij de families van die producenten. Daar drinken ze volop chai – en geen twee familierescepten smaken hetzelfde.
In deze chai zorgen kaneel en zoethoutwortel voor zoetheid, gemberwortel voor warmte, en kardemom voor een bijna citrusachtige toets. Alles wordt afgerond met de zachte, romige smaak van vanille.
De specerijen worden gecombineerd met een melange van de allerbeste Rwandese en Assam theeën, zorgvuldig geselecteerd om de kruiden te ondersteunen in plaats van te overheersen.